Onder het Internet of Things (IoT), 'internet der dingen' in het Nederlands, vallen alle 'slimme' apparaten die met internet verbonden zijn. Deze apparaten kunnen hun omgeving monitoren, gegevens verzamelen, statussen doorgeven, instructies ontvangen en zelf actie ondernemen op basis van de gegevens die ze verzamelen. Voorbeelden van deze apparaten zijn een webcam, babyfoon, ijskast, thermostaat, printer, verlichting, horloge, wasmachine, auto en apparatuur voor netwerkopslag (NAS). De computer, tablet en smartphone vallen hier niet onder.
Als je slimme apparaten niet goed configureert (instelt), ontstaat het risico dat je apparaten direct vanaf internet te benaderen zijn. Cybercriminelen kunnen zo de informatie die is opgeslagen in deze apparaten opvragen of veranderen. Ook is je apparaat, afhankelijk van het type, mogelijk op afstand te bedienen.