SluitenZoeken sluiten

Digitale dijken nodig om Nederlanders te beschermen tegen online oplichting

14-11-2023

In een jaar tijd 1,78 miljard verlies aan online oplichting

In het steeds onvoorspelbaarder wordende digitale tijdperk rapporteert het jaarlijkse Global State of Scams-rapport, nauwkeurig de kwetsbaarheid van de onderling verbonden wereld van fraude. Dit rapport is een gezamenlijke inspanning van de Global Anti-Scam Alliance (GASA) en ScamAdviser. Het rapport State of Scams in the Netherlands uit 2023 is opgesteld door de Global Anti-Scam Alliance, ScamAdviser, met hulp van academici van de Universiteit Twente,

Uitgebreide enquete

De uitgebreide enquête omvatte de ervaringen en inzichten van 49.459 personen uit 43 landen, waaronder 1000 Nederlanders. De meeste geënquêteerden zijn mannen, tussen de 35 en 44 jaar met een universitair diploma. In Nederland deden juist weer net iets meer vrouwen dan mannen mee aan de enquête, vooral in de groep 54+ met een beroepsopleiding.

62% van de Nederlandse deelnemers vertrouwt erop dat hij oplichting herkent. Slechts 10% is hier helemaal niet zeker van. 9% van de Nederlanders wordt minstens één keer per maand geconfronteerd met oplichting. Dit laat dus een contrast zien tussen hoe kwetsbaar mensen denken te zijn  en daadwerkelijke kwetsbaarheid voor oplichting. 46% van de Nederlanders heeft de afgelopen twaalf maanden meer te maken gehad met oplichting dan daarvoor.

Online oplichting

De meeste Nederlanders worden opgelicht via e-mails en telefoontjes. Tekstberichtjes en sms-berichten worden ook veel gebruikt door oplichters. Voor e-mail gebruiken oplichters voornamelijk Gmail en Outlook. WhatsApp, Facebook en Instagram, allemaal onderdeel van Meta, nemen de 3e tot 5e plaats voor hun rekening.

Winkeloplichting is de meest voorkomende oplichting in Nederland. Gevolgd door identiteitsfraude, investeringsfraude en liefdadigheidsfraude. 63% geeft aan dat zij de afgelopen twaalf maanden geen enkele vorm van oplichting hebben meegemaakt. Per deelnemer werden 0,6 oplichtingspraktijken gerapporteerd. Winkelfraude heeft de meeste impact vergeleken met andere vormen van oplichting.

58% heeft de fraude niet aangegeven bij de politie. 38% heeft de fraude wel gemeld bij wetshandhavingsinstanties of een andere overheidsinstantie, zoals de Fraudehelpdesk.

Slechts 7% van de deelnemers aan het onderzoek kon al het verloren geld terugkrijgen. 24% heeft niet geprobeerd het geld terug te krijgen en 57% probeerde het, maar kreeg zijn geld niet terug.

48% van de slachtoffers van de oplichting ervaart een (zeer) sterke emotionele impact van de fraude. Slechts 22% van de deelnemers meldde geen of weinig emotionele impact.

De belangrijkste reden dat Nederlanders vallen voor oplichting is het onvermogen om bedrog te identificeren. Verschillende slachtoffers meldden ook dat ze zich aangetrokken voelden tot het aanbod en te snel handelden.

Onveilige manier van controleren

De beste manier om te controleren of iets fraude is, is: ‘als het te mooi is om waar te zijn, is het dat waarschijnlijk ook’. Nederlanders gebruiken ook vaak verschillende ‘onveilige’ methoden, zoals het controleren van recensies op dezelfde site en het controleren van het SSL-certificaat. De belangrijkste reden om oplichting niet te melden, is de veronderstelling dat het melden geen verschil zal maken. Andere belangrijke redenen om geen melding te doen zijn het complexe meldingsproces en het lijkt niet belangrijk genoeg om melding te maken.

Nederlanders zijn het minst blij met de mogelijkheid om oplichters aan te pakken. In totaal beoordeelt 34% van de deelnemers het optreden van overheden als (zeer) slecht en 24% als (zeer) goed.

Meer over dit onderwerp